U kunt geld lenen aan de bv, maar ook van de bv. Zolang dat onder zakelijke condities gebeurt - die ook zouden gelden wanneer de lening is aangegaan met een onafhankelijke derde in een vergelijkÂbare positie - is daar niets mis mee.
Lenen aan de bv
Leent u geld aan uw bv, dan is de zakelijke rente die de bv aan u betaalt als bedrijfslast aftrekbaar in de vennootschapsbelasting. Uzelf krijgt te maken met de terbeschikkingstellingsregeling in de inkomstenbelasting (zie ook paragraaf 2.5). Dat betekent dat de rente op de geldlening bij u in box 1 progressief is belast.
Tip: Sinds 2010 geldt er een terbeschikkingstellingsvrijstelling van 12%. Het toptarief komt dan uit op 45,76%. Ontvangt u dus van de bv een rentevergoeding van € 5.000 op jaarbasis, dan bent u – uitgaande van het toptarief – over deze vergoeding € 2.288 aan inkomstenbelasting verschuldigd.
Let op! Leent u in privé geld bij de bank en leent u dit onder zakelijke voorwaarden vervolgens door aan de bv, dan valt deze lening ook onder de terbeschikkingstellingsregeling. De rente op de banklening is aftrekbaar in box 1.
Lenen tegen een onzakelijke rente
Wordt er een onzakelijke hoge rente afgesproken, dan heeft dit gevolgen. Alleen het gedeelte van de rente dat normaal zakelijk zou zijn geweest, is voor uw bv aftrekbaar als bedrijfslast. Dat geldt ook voor de rente die u in aanmerking moet nemen voor de terbeschikkingstellingsregeling.
Het meerdere, niet-zakelijke gedeelte wordt gezien als een verkapte winstuitdeling en is bij u belast in box 2 (aanmerkelijk belang) en bij de bv niet aftrekbaar.
Heeft u geen of een te lage rente afgesproken, dan moet u toch uitgaan van een zakelijke rente. Deze is bij u belast in box 1. De bv kan deze rente ten laste van de winst brengen.
Tip: Is de rentevergoeding niet te corrigeren, dan is sprake van een onzakelijke lening. U heeft dan als geldverstrekker een debiteurenrisico gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen.
Verlies op de geldlening
Wat als uw bv het geleende bedrag niet kan terugbetalen? In dat geval mag u het verlies op de lening in aanmerking nemen als negatief resultaat in box 1. Voldoet uw lening aan de bv echter niet aan de voorwaarden (onzakelijke lening), dan kan de belastinginspecteur zich op het standpunt stellen dat sprake is van een informele kapitaalstorting. Hierdoor is het afwaarderingsverlies op termijn slechts verrekenbaar in box 2 tegen 25% en dan alleen als de lening kan worden kwijtgescholden.
Lenen van de bv
Leent u geld van uw bv, dan kunt u dit doen in uw hoedanigheid als werknemer of als aandeelhouder (meer informatie over de personeelslening leest u in paragraaf 1.3 Beloningen en andere voordelen).
Leent u in uw hoedanigheid als aandeelhouder, dan staat ook hier het zakelijk handelen voorop.
U kunt geld lenen voor consumptieve doeleinden of bijvoorbeeld om hiermee in privé te beleggen (zie hoofdstuk IV Een kwestie van plannen). De lening valt dan als schuld bij u in box 3. De door u aan de bv betaalde rente is niet aftrekbaar. De rente die de bv ontvangt, is echter wel belast voor de vennootschapsbelasting.
Let op! In de meeste gevallen is het lenen voor consumptieve doeleinden bij de eigen bv (of bij derden) fiscaal niet aantrekkelijk.
Leent de bv aan u geld uit, let er dan wel op dat de bv aan haar verplichtingen kan blijven voldoen.
Lenen voor de eigen woning
De bv kan u ook een lening verstrekken voor de aankoop, verbouwing of onderhoud van een eigen woning. Uitgaande van een reële leningsovereenkomst, is de rente voor u als eigenwoningrente aftrekbaar tegen maximaal een tarief van 50% en bij de bv belast (max. 25%). Met ingang van 2013 moet een nieuwe eigenwoninglening aan aflossingseisen voldoen om voor renteaftrek in aanmerking te komen. Heeft u uw bestaande eigenwoninglening bij de bv sindsdien verhoogd,
bijvoorbeeld voor een verbouwing, dan moet u voor deze verhoging ook rekening houden met de nieuwe regels. Voor het nieuwe leningdeel is de rente alleen nog aftrekbaar als de lening in maximaal dertig jaar en ten minste volgens een annuïtair schema volledig wordt afgelost.
Let op! Via een dividenduitkering (mits mogelijk: zie paragraaf 2.4 Bv-recht) kunt u de betaalde en afgetrokken (hypotheek)rente grotendeels weer terugontvangen.
Informatieplicht
Door de sinds 1 januari 2013 geldende aflossingsverplichting voor nieuwe eigenwoningleningen krijgt u te maken met een informatieplicht wanneer u sindsdien geld heeft geleend voor uw eigen woning bij de bv. U moet de Belastingdienst dan informeren over deze hypothecaire geldlening. Daarvoor diende het speciale formulier ‘Opgaaf lening eigen woning’. Vanaf uw aangifte inkomstenbelasting 2016 verandert dit. Voortaan moet u de gegevens van de eigenwoninglening bij de bv jaarlijks aan de Belastingdienst doorgeven in uw aangifte. Dat geldt zowel voor een nieuwe lening als voor een wijziging van uw bestaande lening.
Let op! Hoeft u niet verplicht af te lossen om hypotheekrente in aftrek te kunnen brengen, bijvoorbeeld omdat u de eigenwoninglening bij de bv al heeft afgesloten vóór 1 januari 2013, dan hoeft u geen gegevens aan de Belastingdienst door te geven.
Wisselende rekening-courantstanden
Heeft u een rekening-courantverhouding met de bv, dan zal deze rekening-courant afwisselend debet- en creditstanden hebben. In dat geval is goedgekeurd dat er geen rente in box 1 in aanmerking hoeft te worden genomen als het saldo van de rekening-courantverhouding gedurende het kalenderjaar niet hoger is dan € 17.500 positief en niet lager dan € 17.500 negatief. De bv mag de rente dan ook niet in aanmerking nemen. Tot slot mag u een eventuele rekening-courantschuld dan niet in box 3 opnemen.
Tip: Normaal gesproken leidt een rekening-courantverhouding met de bv niet tot fiscale problemen. Dat wordt anders als de rekening-courantschuld zo hoog wordt dat het niet meer aannemelijk is dat u als dga deze nog kunt aflossen. Het gevaar van uitdeling is dan aanwezig. Zorg daarom voor een goede aflossingsregeling met uw bv.