Als directeur-grootaandeelhouder (dga) hoort u vanuit uw bv een loon te krijgen dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van uw arbeid. Dit heet de gebruikelijkloonregeling. Wat houdt deze regeling precies in en wanneer krijgt u ermee te maken? In deze e-tip nemen we de gebruikelijkloonregeling onder de loep door het beantwoorden van vier belangrijke vragen.
1. Wat is de gebruikelijkloonregeling?
Uw bv is wettelijk verplicht om aan u een salaris toe te kennen. U hoort een loon te krijgen dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van uw arbeid. In 2012 bedraagt het gebruikelijke loon minimaal € 42.000, maar afhankelijk van uw situatie kan het gebruikelijke
loon hoger of lager uitvallen.
2. Wanneer krijgt u te maken met de gebruikelijkloonregeling?
De gebruikelijkloonregeling geldt niet alleen voor de dga, maar voor iedere aandeelhouder met een aanmerkelijk belang. Hiervan is sprake als u al dan niet samen met uw fiscale partner, direct of indirect:
• 5% of meer van de aandelen (ook per soort) heeft van een vennootschap;
• rechten heeft om voor 5% of meer aandelen van een vennootschap te kopen;
• winstbewijzen heeft om 5% of meer van de jaarwinst (of liquidatie-uitkering) van de vennootschap te krijgen;
• voor 5% of meer stemrecht heeft in een coöperatie.
3. Mag het loon ook lager zijn?
Het gebruikelijke loon kan lager zijn dan € 42.000. Bijvoorbeeld omdat u in deeltijd werkt. De bewijslast ligt bij u. U en de bv moeten kunnen aantonen dat in het economische verkeer een lager loon gebruikelijk is. Dat kan door aannemelijk te maken
dat bij soortgelijke dienstbetrekkingen waarbij een aanmerkelijk belang geen rol speelt, een lager loon gebruikelijk is.
Tip: Is het gebruikelijke loon niet hoger dan € 5.000 en krijgt u als aanmerkelijkbelanghouder van de bv geen loon voor uw werkzaamheden, dan hoeft de bv geen loonheffingen over het gebruikelijk loon in te houden en af te dragen. Krijgt u wel loon -ook al is dat lager dan € 5.000- dan moeten er wel loonheffingen worden betaald.
4. Kan het loon ook hoger zijn?
Het gebruikelijke loon kan ook hoger zijn dan € 42.000. Dit is het geval als aannemelijk is dat bij soortgelijke dienstbetrekkingen waarbij een aanmerkelijk belang geen rol speelt, een hoger loon gebruikelijk is. Het salaris moet dan worden gesteld op 70% van
dit hogere gebruikelijke loon. Is het loon van de meestverdienende werknemer meer, dan moet van dit loon worden uitgegaan.
Is een hoger gebruikelijk loon volgens u onredelijk, dan moet u dat aannemelijk maken.
Let op! Soms wordt een andere methode gebruikt om de hoogte van het gebruikelijke loon vast te stellen: de zogeheten afroommethode. Deze methode wordt wel eens toegepast als de opbrengsten van een bv (bijna) geheel voortkomen uit de werkzaamheden van de dga. Het gebruikelijke loon wordt dan berekend op de volgende manier: de opbrengsten van de bv, verminderd met de aan die opbrengsten toe te rekenen kosten (exclusief het loon van de dga), lasten en afschrijvingen. Op dit moment loopt een zaak bij de Hoge Raad, waarin de afroommethode ter discussie wordt gesteld.