Een werkgever besloot tot reorganisatie van een afdeling van de onderneming. Gevolg van de reorganisatie was dat 47 functies vervielen. De betrokken medewerkers werden boventallig verklaard en vrijgesteld van werkzaamheden. Er gold bij de werkgever een sociaal plan, dat van toepassing was op de betrokken medewerkers. Het sociaal plan bepaalde onder meer dat geen gedwongen ontslagen zouden plaatsvinden.
Omdat herplaatsing van een van de boventallige werknemers niet lukte binnen de voorziene termijn verzocht de werkgever de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De werkgever wilde geen vergoeding toekennen, maar stelde wel een opleidingsbudget
beschikbaar. Op grond van de CAO zou na ontslag een wachtgeldregeling gelden voor de werknemer.
De kantonrechter was van oordeel dat de bepaling dat geen gedwongen ontslagen zouden vallen in het sociaal plan een garantie inhield. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst zou een gedwongen ontslag in strijd met het sociaal plan opleveren. De kantonrechter
wees het verzoek tot ontbinding daarom af.