De minister van Sociale Zaken heeft het wetsvoorstel, dat het mogelijk moest maken om op verzoek van de AOW-gerechtigde de AOW-uitkering geheel of ten dele op een later tijdstip te laten ingaan, en het wetsvoorstel tot wijziging van de AOW, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verhoging van de leeftijd waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat van 65 naar 66 jaar, ingetrokken.
De intrekking van deze wetsvoorstellen houdt verband met de indiening van het wetsvoorstel tot wijziging van de AOW, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verhoging en koppeling aan de ontwikkeling van de levensverwachting van de pensioenleeftijd, de extra verhoging van het AOW-ouderdomspensioen en de introductie van de mogelijkheid het AOW-ouderdomspensioen eerder of later te laten ingaan.