Ondernemers moeten aan hun afnemers btw in rekening brengen. Na afloop van het tijdvak waarin de btw in rekening is gebracht, moet deze worden afgedragen aan de Belastingdienst. Dat moet ongeacht of de debiteur al heeft betaald. In deze crisisperiode met oplopende betalingstermijnen en omvallende bedrijven nemen ook de debiteurenrisico’s toe. Als vaststaat dat de afnemer uw factuur niet of niet volledig betaalt, kunt u de Belastingdienst om teruggaaf van btw vragen. U mag de niet-betaalde btw niet corrigeren door in uw periodieke aangifte voor de btw de af te dragen btw te verminderen.
In het verzoek om teruggaaf van btw op oninbare vorderingen moet u aannemelijk maken dat de factuur niet is betaald en dat niet zal worden betaald. Dit kunt u bijvoorbeeld doen aan de hand van aanmaningen die u heeft gestuurd aan uw afnemer of aan de hand van correspondentie met een incassobureau. Een verzoek om teruggaaf van btw moet u indienen binnen één maand na afloop van het tijdvak waarin is vast komen te staan dat de afnemer niet zal betalen. Een later ingediend verzoek wordt wel in behandeling genomen, maar u kunt niet meer in bezwaar of beroep gaan als de Belastingdienst uw verzoek afwijst.