Heeft u over het jaar 2016 al een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting gehad, maar verwacht u dat deze te laag is? Kom dan snel in actie en voorkom dat u 8% rente moet betalen aan de Belastingdienst. Dit geldt ook voor de inkomstenbelasting. Gelukkig geldt daar een lagere rente van 4%.
Heeft u al eerder een voorlopige aanslag 2016 gehad en verwacht u dat deze te laag is? Kom dan snel in actie! Hoewel de Belastingdienst pas rente voor het belastingjaar 2016 berekend vanaf 1 juli 2017, heeft de Belastingdienst ook 14 weken de tijd om een aanslag op te leggen. Alleen een uiterlijk 24 maart 2017 ingediend verzoek om een nadere voorlopige aanslag geeft daarom zekerheid dat u in ieder geval geen rente hoeft te betalen. Uw verzoek moet dan immers uiterlijk 30 juni 2017 tot een aanslag hebben geleid.
Let op! Dient u uw verzoek na 24 maart 2017 in, dan betekent dit niet automatisch dat u belastingrente moet betalen. Als de Belastingdienst snel is en de nadere voorlopige aanslag oplegt vóór 1 juli 2017, betaalt u geen rente. U heeft dit dan echter niet meer in eigen hand, maar bent afhankelijk van de snelheid van de Belastingdienst.
Nog geen voorlopige aanslag VPB of IB 2016
Heeft u nog geen voorlopige aanslag 2016 ontvangen, dan heeft u langer de tijd. Als uw verzoek om een voorlopige aanslag vóór 1 mei 2017 bij de Belastingdienst binnen is, hoeft u dan geen belastingrente te betalen.
Let op! Het is ook mogelijk om in plaats van een verzoek meteen de aangifte 2016 in te dienen. Heeft u nog geen voorlopige aanslag 2016 ontvangen dan moet u dit doen vóór 1 april 2017 om er zeker van te zijn dat u geen belastingrente hoeft te betalen. Heeft u al wel een voorlopige aanslag 2016 ontvangen, dan biedt het indienen van de aangifte geen uitkomst (omdat de Belastingdienst 19 weken de tijd heeft om daarvoor een aanslag op te leggen) en is het verstandig om in ieder geval ook een herziene voorlopige aanslag VPB 2016 in te dienen.