Vanaf 1 januari 2016 is het voor werkgevers aantrekkelijker om een AOW-gerechtigde werknemer in dienst te houden of te nemen.
Zo gelden vanaf 1 januari 2016 onder meer de volgende regels:
- De opzegtermijn bij het opzeggen van de arbeidsovereenkomst met de AOW-gerechtigde werknemer is beperkt tot één maand. Voor andere werknemers geldt – afhankelijk van de duur van het dienstverband – een opzegtermijn van één tot vier maanden.
- Bij ziekte geldt een loondoorbetalingsplicht van dertien weken in plaats van maximaal twee jaar.
- De re-integratieverplichtingen bij ziekte van de doorwerkende AOW'er zijn beperkt (er hoeft geen plan van aanpak meer te worden opgesteld en er hoeft niet naar re-integratiemogelijkheden in het tweede spoor gezocht te worden).
- Het aantal tijdelijke contracten met een AOW-gerechtigde werknemer is verruimd. Na maximaal zes contracten of na maximaal 48 maanden ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
- U hoeft niet in te gaan op een verzoek van de AOW-gerechtigde werknemer voor uitbreiding (of vermindering) van zijn aantal te werken uren.
Er zijn ook nieuwe verplichtingen. Zo heeft de doorwerkende AOW'er recht op minimaal het minimumloon of een hoger loon als dit bij cao is bepaald. Bij een reorganisatie bent u verplicht eerst uw AOW-gerechtigde werknemer te ontslaan. Dit gold al in de private sector, maar geldt nu ook in de publieke sector.