De tweede nota van wijziging bij het Belastingplan 2015 bevat wijzigingen op het gebied van de autobelastingen voor het jaar 2016 en een aanpassing van de overgangsregeling in de gebruikelijkloonregeling.
Autobelastingen
In de Wet uitwerking autobrief was de jaarlijkse aanpassing van de CO2-grenzen voor de jaren tot en met 2015 geregeld. Omdat de Tweede Kamer de autobelastingen wil betrekken in de discussie over een grootscheepse fiscale stelselwijziging ziet de staatssecretaris
van Financiën zich gedwongen om nu met de nodige aanpassingen voor het jaar 2016 te komen. Zonder maatregelen zou per 1 januari 2016 de huidige vrijstelling van MRB voor auto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 50 g/km vervallen en zouden de zeer lage bijtellingcategorieën
van 4 en 7% worden vervangen door een bijtelling van 14%.
Voor nulemissie-auto’s wordt een bijtelling voorgesteld van 7% voor het jaar 2016. De voorgestelde CO2-grenzen voor de overige verlaagde bijtellingen zijn voor 2016 als volgt:
- voor auto’s met een CO2-uitstoot tot en met 50 g/km bedraagt de bijtelling 14%;
- voor auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 50 g/km maar niet meer dan 79 g/km bedraagt de bijtelling 20%;
- voor auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 79 g/km bedraagt de bijtelling 25%.
Ook de CO2-grenzen in de tarieven van de BPM en voor de dieseltoeslag in de BPM worden aangepast aan de technologische ontwikkelingen. De budgettaire opbrengst van de BPM voor het jaar 2016 wordt op deze manier gehandhaafd op het niveau van 2015.
De vrijstelling van MRB voor auto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 50 g/km wordt met ingang van 1 januari 2016 vervangen door de toepassing van een halftarief. De correctie in de MRB voor het gewicht van het accupakket voor elektrische auto’s (een verlaging met 125 kg) blijft in 2016 ongewijzigd.
De vraag is of deze aanpassingen van de autobelastingen ingevoerd zullen worden, gezien de kritiek die daarop is geuit in de Tweede Kamer.
Overgangsregeling gebruikelijk loon
In de nota naar aanleiding van het verslag is aangekondigd dat de voorgestelde overgangsregeling voor de gebruikelijkloonregeling vervalt. In voorkomende gevallen kan gebruik worden gemaakt van de in de nota naar aanleiding van het verslag beschreven 75/70-fictie.