SRA | 30-01-2013 | Leestijd:

Wanneer een BV zich bewust en op onzakelijke gronden een voordeel laat ontgaan ten behoeve van haar aandeelhouders, is sprake van een uitdeling van winst. Dat leidt tot een winstcorrectie bij de BV en een inkomenscorrectie bij de aandeelhouders. De bewijslast dat er sprake is van een winstuitdeling rust op de inspecteur.

Een kantoorgebouw werd begin 2006 door een aantal kopers gekocht voor € 5,3 miljoen. Een van de kopers was een BV. Nog voordat het pand geleverd was, werd het verkocht voor € 12,2 miljoen. De hoge verkoopprijs hing samen met de mogelijkheid om het pand een andere bestemming dan kantoor te geven. In de verkoopovereenkomst werd de BV niet als een van de verkopers genoemd. In plaats daarvan waren haar aandeelhouders opgenomen. Ook in de leveringsakte naar aanleiding van de eerste koop was de BV niet als afnemer opgenomen. De BV stelde dat zij bij de koop namens haar aandeelhouders was opgetreden en dat zij de bevoegdheid had om de aandeelhouders als koper in haar plaats aan te wijzen.

Volgens Hof Amsterdam heeft de BV zich, door pas na de verkoop haar aandeelhouders als koper aan te wijzen, de winst op het pand laten ontgaan en aan haar aandeelhouders laten toevallen. Een dergelijke gedraging kwalificeert als een uitdeling van winst. Gevolg was dat het aandeel van de BV in de transactiewinst op het pand bij de BV belast was als onderdeel van haar winst. De uitdeling van winst kwalificeerde bij de aandeelhouders als inkomen uit aanmerkelijk belang.

bv uitdeling winst sprake voordeel werd pand aandeelhouders toekomen ontgaan

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs