Regelmatig komt het voor dat werkgevers hun werknemer na drie tijdelijke contracten langer willen behouden maar geen vast dienstverband kunnen aanbieden. Inhuren via een uitzendbureau lijkt dan een handige oplossing. Maar let op: de rechter kan hier een stokje voor steken en de werknemer kan dan alsnog een vast dienstverband bij u claimen.
Onlangs stelde de rechter vast dat het uitzendbureau in deze zaak niet had gefungeerd als tussenpersoon om vraag en aanbod samen te brengen. Aangezien dit de primaire functie van een uitzendbureau is, was hiermee het uitzendcontract inhoudsloos geworden. Tevens werden in de betreffende overeenkomst verschillende termen gebruikt als arbeidsovereenkomst, uitzendovereenkomst, detacheren, uitzenden, payrolling en payrollmedewerker. De rechter vroeg zich hierdoor af of het voor de werknemer wel duidelijk was wat hij had ondertekend. Door deze uitspraak was er geen sprake meer van een uitzendovereenkomst en kon de werknemer een vast dienstverband opeisen.
Maximaal 5,5 jaar zonder contract
In totaal zou een werknemer 5,5 jaar voor u als werkgever werkzaam kunnen zijn zonder dat er sprake is van een vast contract met het uitzendbureau. Maximaal twee jaar (drie contracten) op basis van tijdelijke contracten direct bij u in dienst en vervolgens aansluitend nog 3,5 jaar op uitzendbasis. Pas daarna is het uitzendbureau verplicht de werknemer een contract voor onbepaalde tijd (fase C ABU-cao) aan te bieden. Met deze uitspraak in de hand is de kans echter aanwezig dat uw werknemer zijn rechten gaat halen. Dat wilt u ongetwijfeld voorkomen.
Let op! Ook al betreft het nog maar een enkele uitspraak en is nog niet duidelijk hoe andere kantonrechters of de Hoge Raad hierover zullen oordelen, toch is duidelijk geworden dat u een risico neemt als u uw werknemer opnieuw inhuurt via een uitzendbureau. Wilt u uw werknemer niet kwijt, voorkom dan dit risico en bied indien mogelijk een vast dienstverband aan.