De woning van een ondernemer kan tot zijn ondernemingsvermogen behoren. Als dat het geval is, gaat de woning bij beëindiging van de onderneming over naar het privévermogen. Rust er op dat moment nog een schuld op de woning, dan gaat deze schuld ook over naar het privévermogen. De vraag is of deze schuld kan worden aangemerkt als een eigenwoningschuld. Tot 1 januari 2013 was dit het geval voor zover de woning na de overgang kon worden aangemerkt als eigen woning.
Met ingang van 1 januari 2013 is dit anders. Voor de overgang van de woning naar het privévermogen was de schuld geen eigenwoningschuld. Dat betekent dat geen sprake is van een op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschuld. Vanwege de voorwaarden die vanaf 1 januari 2013 worden gesteld, zal de schuld niet kwalificeren als eigenwoningschuld. Om recht te hebben op aftrek van betaalde rente zou een nieuwe lening moeten worden afgesloten die voldoet aan de voorwaarden voor een eigenwoningschuld.
De staatssecretaris van Financiën vindt dat te ver gaan. Zolang de woning deel uitmaakte van het ondernemingsvermogen had de ondernemer recht op renteaftrek in box 1. Daarom keurt hij, vooruitlopend op een aanpassing van de Wet IB 2001, goed dat de bestaande schuld wordt aangemerkt als eigenwoningschuld. Dat geldt tot maximaal het bedrag van deze schuld op 31 december 2012. Als de woning na de overgang naar het privévermogen slechts gedeeltelijk een eigen woning is, geldt de goedkeuring alleen voor dat deel van de schuld.