SRA | 17-08-2011 | Leestijd:

Wanneer een dga geld of goederen ter beschikking stelt aan zijn BV vallen de opbrengsten daarvan onder de zogenaamde terbeschikkingstellingsregeling van box 1.

 

Een dga verstrekte in de jaren 2003 tot en met 2005 geld aan zijn BV tot een totaal bedrag van

€ 103.570. De activiteiten van de BV werden per 30 april 2005 beëindigd. De dga wilde de in rekening-courant met de BV geboekte bedragen afwaarderen ten laste van zijn inkomen.

De inspecteur stond dat niet toe omdat naar zijn mening geen sprake was van een terbeschikkingstelling. De dga had naar de mening van de inspecteur geen lening verstrekt aan de BV, maar vermogen gestort ter financiering van geleden verliezen.

De rechtbank oordeelde dat de dga door geen stukken als een overeenkomst van geldlening over te leggen niet het bewijs had geleverd dat de BV verplicht was om de stortingen terug te betalen. Het feit dat de BV het saldo van de stortingen als schuld in haar jaarrekeningen had opgenomen, was geen aanleiding om aan te nemen dat de dga een vordering had op de BV.

In hoger beroep deelde Hof Den Haag de opvatting van de rechtbank. Volgens het hof was geen sprake van een terbeschikkingstelling en dus evenmin van een negatief resultaat uit een werkzaamheid.

inspecteur bv dga sprake terbeschikkingstelling vordering informeel kapitaal geld mening

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs