Ondernemers hebben recht op toepassing van de MKB-winstvrijstelling. Aanvankelijk moest voor de toepassing van deze vrijstelling zijn voldaan aan het urencriterium. De MKB-winstvrijstelling bedraagt momenteel 12% van de winst na vermindering met de ondernemersaftrek. Dit was eerder 10% van de winst.
Een ondernemer met een vaste inrichting in het Verenigd Koninkrijk had recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De vermindering van belasting vindt plaats in de verhouding van het buitenlandse inkomen en het totale inkomen. Die verhouding vormt de zogenaamde voorkomingsbreuk. De teller van de voorkomingsbreuk werd verminderd met de MKB-winstvrijstelling. Deze bedroeg in het betreffende jaar 10% van de winst van de vaste inrichting. De rechtbank Haarlem was van oordeel dat het naar evenredigheid in mindering brengen van de MKB-winstvrijstelling op de buitenlandse winst bij de berekening van de voorkomingsbreuk niet in strijd is met het recht van de Europese Unie. De rechtbank was verder van oordeel dat de ondernemer geen recht had op toepassing van een goedkeuring van de staatssecretaris van Financiƫn die inhoudt dat in de teller van de voorkomingsbreuk geen rekening wordt gehouden met de ondernemersaftrek.
In cassatie voerde de ondernemer aan dat een binnenlandse belastingplichtige die ook buitenlandse winst geniet door de voorkomingsbreuk een deel van de MKB-winstvrijstelling niet kan effectueren en daardoor minder gunstig wordt behandeld dan een binnenlandse
belastingplichtige met alleen binnenlandse winst. De Hoge Raad is echter van oordeel dat geen sprake is van een inbreuk op de vrijheid van vestiging, zoals deze is opgenomen in het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het ter voorkoming van
dubbele belasting vrij te stellen buitenlandse inkomen wordt net als de binnenlandse winst bepaald naar Nederlandse maatstaven en met toepassing van de hier geldende faciliteiten.
De MKB-winstvrijstelling knoopt aan bij het genieten van winst uit onderneming en houdt geen rekening met de persoonlijke of de gezinssituatie van de ondernemer. Er is daarom geen reden om de wijze waarop de MKB-winstvrijstelling wordt berekend of de wijze
waarop deze bij de berekening van de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting in aanmerking wordt genomen als een inbreuk op de vrijheid van vestiging aan te merken.