De btw-vrijstelling voor niet-winstbeogende watersportverenigingen is per 1 januari 2017 gewijzigd. Deze btw-vrijstelling mag vanaf die datum alleen worden toegepast op verhuur van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen die geschikt zijn voor de beoefening van watersport. Dit betreft in principe zeilboten, roeiboten, kano’s en zogeheten zeer snelle powerboats.
De verhuur van ligplaatsen voor motorboten (deze zijn niet geschikt voor sport) valt buiten de btw-vrijstelling voor watersportverenigingen.
Hof van Justitie: Nederlandse regeling was te ruim en te beperkt
Aanleiding voor de aanpassing van de btw-sportvrijstelling per 1 januari 2017 is een arrest van het Europees Hof van Justitie te Luxemburg in een inbreukprocedure tegen Nederland ,ingesteld door Europese Commissie. Het Europees Hof van Justitie heeft geconstateerd dat de Nederlandse btw-vrijstelling voor watersportorganisaties zoals die gold tot 1 januari 2017 zowel te ruim als te beperkt was. De Nederlandse btw-vrijstelling voor watersportorganisaties gold tot 1 januari 2017 ook voor de verhuur van ligplaatsen voor boten niet geschikt voor de sport, zoals motorboten en woonboten. Het Europese Hof van Justitie heeft Nederland veroordeeld de btw-vrijstelling aan te passen omdat de vrijstelling op dat punt te ruim is. De btw-vrijstelling mag alleen toegepast worden op verhuur van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen die geschikt zijn voor de beoefening van sport. De verhuur van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen niet geschikt voor de sport, kan op grond van de uitspraak van het Europese Hof niet delen in de btw-vrijstelling.
De voorwaarde dat een watersportvereniging de btw-vrijstelling alleen mocht toepassen als er geen personeel (havenmeester) in dienst was oordeelde het Europese Hof een niet toegestane beperking van de btw-vrijstelling. De Nederlandse wetgever heeft daarom per 1 januari 2017 de wet aangepast.
Kenmerk vaartuig beslissend
De objectieve kenmerken van het vaartuig zijn beslissend voor de vraag of sprake is van een boot geschikt voor de sport. Het feitelijke gebruik van het vaartuig is dus niet relevant. Het recreatief varen met een motorboot wordt in de volksmond ook wel watersport genoemd, maar voor de btw kwalificeert dit niet als sportbeoefening. Een motorboot is niet geschikt voor de sport. De verhuur van een ligplaats voor een zeilboot door een niet winst beogende watersportorganisatie is daarom vrijgesteld van btw, ongeacht of, en hoe vaak met de boot wordt gevaren.
Btw-vrijstelling ook voor watersportvereniging met personeel in dienst
De verhuur van ligplaatsen voor boten geschikt voor de sport door watersportverenigingen ook met een havenmeester in dienstbetrekking is met ingang van 1 januari 2017 verplicht vrijgesteld van btw. Voor die watersportverenigingen betekent dit ter opzichte van het jaar 2016 een overgang van een integraal btw-belaste omzet naar (gedeeltelijke) btw-vrijgestelde ontvangsten. Dit impliceert een aanpassing van de administratie en wellicht herziening (deels terugbetaling) van de in het verleden op investeringen verrekende voorbelasting. Anderzijds zullen watersportverenigingen die tot 1 januari 2017 de btw-vrijstelling integraal konden toepassen (omdat men geen havenmeester in dienst had) de verhuur van ligplaatsen voor boten die niet geschikt zijn voor de sport in de btw-heffing moeten betrekken. Ook dit leidt tot aanpassing van de administratie en mogelijk herziening (deelse terugvordering) van de in het verleden op investeringen niet verrekende voorbelasting.
Dit is alleen dan anders indien de watersportvereniging kwalificeert als een echte sportvereniging en men voor de verhuur van de ligplaatsen voor boten niet geschikt voor de sport een beroep kan doen op de aanvullende btw-vrijstelling voor de fondswerving (indien totale ontvangsten voor fondswervende diensten minder dan € 50.000 per jaar).
Resumé
De Nederlandse btw-vrijstelling voor niet winst-beogende watersportorganisaties is per 1 januari 2017 aangepast. Wanneer een watersportorganisatie zonder winstoogmerk nu zowel ligplaatsen verhuurt voor boten geschikt voor de sport, als voor recreatieve motorboten, dan moet de btw-vrijstelling alleen op de verhuur van de ligplaatsen voor de boten geschikt voor de sport worden toegepast. Bij de verhuur van ligplaatsen voor andere vaartuigen mag de btw-vrijstelling niet worden toegepast. Er zal daarom een splitsing moeten worden gemaakt in de administratie. Daarnaast moeten ook watersportorganisaties zonder winstoogmerk met personeel in dienstbetrekking, nu de btw-vrijstelling voor de verhuur van boten geschikt voor de sport toepassen. In sommige gevallen zal de btw op investeringen uit het verleden moeten worden herzien. Mogelijk moet ook de tariefstelling worden aangepast.
Meer informatie is te vinden op: www.watersportverbond.nl/btw