Als u aan uw werknemer tijdelijk een andere auto van de zaak ter beschikking stelt, heeft dit over het algemeen consequenties voor de bijtelling. Dit geldt zeker als de cataloguswaarde van de andere auto afwijkt van de reguliere auto. Daarnaast kan mogelijk sprake zijn van bijtelling over dezelfde periode voor zowel de reguliere auto als de vervangende auto.
Om te voorkomen dat mogelijk ten onrechte een dubbele dan wel onjuiste bijtelling ontstaat, heeft de Belastingdienst met de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA) een uitvoeringsafspraak gemaakt over de gevallen waarin de Belastingdienst aanneemt dat een auto niet ter beschikking staat.
Afspraken
Als een reguliere auto tijdelijk wordt vervangen door een andere auto hoeft gedurende die periode voor de reguliere auto geen bijtelling plaats te vinden als:
- de reguliere auto, de papieren en de sleutels worden ingeleverd bij de werkgever of de leasemaatschappij, en
- de niet terbeschikkingstelling schriftelijk wordt vastgelegd tussen werkgever en werknemer, en
- deze vastlegging wordt bewaard bij de loonadministratie.
De schriftelijke vastlegging bevat in ieder geval de catalogusprijs en CO2-uitstoot van de vervangende auto, de periode van vervanging en het kenteken van de reguliere auto.
Let op! De uitvoeringsafspraken zijn gemaakt tussen de VNA en de Belastingdienst. Valt u niet onder deze brancheregeling? Overleg dan vooraf met de Belastingdienst of u de uitvoeringsafspraken ook binnen uw onderneming kunt toepassen.
Afwijkende cataloguswaarde/bijtellingspercentage
Wordt voldaan aan de afspraken dan vindt alleen verwerking van de tijdelijk vervangende auto in de loonadministratie plaats als de cataloguswaarde en/of het bijtellingspercentage van deze auto afwijkt van de reguliere auto. Wijken deze gegevens niet af, dan kunt u volstaan met berekening van de bijtelling over de reguliere auto waarbij deze dan wel voor de volle periode wordt meegenomen (dus ook de periode waarin deze tijdelijk niet ter beschikking stond).
Let op! De uitvoeringsafspraken gelden niet zonder meer voor een dga. Stem daarom vooraf met de Belastingdienst af welke aanvullende maatregelen getroffen kunnen worden om de uitvoeringsafspraken ook voor de dga te kunnen toepassen.