Mijn werkgever keert aan mij een bonus uit van € 15.000. Op deze bonus wordt 56% belasting ingehouden. Hoe kan dat? Het hoogste belastingtarief is toch 52%?
In de loonbelasting (maar ook in de inkomstenbelasting) kennen we een zogenaamd schijventarief. Vanaf een bepaald inkomen wordt een bepaald belastingtarief toegepast (welke stijgt naarmate het inkomen hoger is). In 2016 geldt voor zowel de loonbelasting als de inkomstenbelasting het volgende schijventarief (voor personen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt):
Schijf | Belastbaar inkomen | Belasting |
1 | t/m 19.922 | 36,55% |
2 | van 19.923 t/m 66.421 | 40,4% |
3 | vanaf 66.422 | 52% |
Op basis van de tarieven zou men verwachten dat bij een inkomen vanaf € 66.422 de belasting over een bonus van € 15.000 inderdaad 52% bedraagt. Dit is echter niet altijd het geval.
Afbouw heffingskortingen
De te betalen belasting wordt namelijk niet alleen bepaald door het toe te passen tarief. Naast dit tarief worden ook zogenoemde heffingskortingen toegepast. Deze kortingen vormen een vermindering op de te betalen belasting. Men zou verwachten dat hierdoor de belastingdruk juist minder dan 52% zou bedragen.
Helaas is dat de laatste jaren niet meer het geval. De bedragen van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting worden sinds een aantal jaren namelijk lager naarmate het inkomen hoger wordt. Dit heet de afbouw van de heffingskortingen. Met name vanaf 2016 is die afbouw sterk toegenomen. Zo bedraagt de afbouw van de arbeidskorting in 2016 4% voor zover het arbeidsinkomen hoger is dan € 34.015.
Bij de berekening van de belasting over uw reguliere salaris wordt geen rekening gehouden worden met de hoogte van een eventuele bonus. Door de bonus wordt uw arbeidskorting echter wel met 4% verminderd. Omdat bij de berekening van uw reguliere salaris deze 4% vermindering niet is meegenomen, wordt de belastingdruk op uw uitgekeerde bonus hiermee verhoogd. Per saldo betaalt u daarom 56% (52% + 4%) over uw bonus.
Belasting rekening houdend met afbouw heffingskortingen
Wilt u weten hoe hoog de belastingdruk bij een bepaald inkomen werkelijk is, dan kunt u gebruik maken van de volgende tabel (voor personen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt). Hierin is zowel de afbouw van de arbeidskorting als de algemene heffingskorting verwerkt.
Schijf | Belastbaar inkomen | Belasting |
1 | t/m 19.922 | 36,55% |
2 | van 19.923 t/m 34.015 | 45,222% |
3 | van 34.016 t/m 66.417 | 49,222% |
4 | van 66.418* t/m 66.421 | 44,400% |
5 | van 66.422 t/m 111.590 | 56,00% |
6 | vanaf 111.591** | 52,00% |
*vanaf dit bedrag geen recht meer op algemene heffingskorting
**vanaf dit bedrag geen recht meer op arbeidskorting
Deze tabel laat de verrassende uitkomsten van de afbouw van de heffingskortingen zien. Zo bedraagt de belastindruk op uw inkomen tussen de € 34.016 en € 66.417 niet de 40,4% die uit de normale tabel volgt, maar 49,222%! En ook de inkomsten tussen de € 66.422 en € 111.590 komen er veel slechter af dan voorgesteld. In plaats van de gepresenteerde 52% bedraagt de belastingdruk hier 56%!
Let op! Voor inkomens tot € 19.758 kunt u de tabel niet gebruiken. Voor deze inkomens is de arbeidskorting lager dan het standaardbedrag maar loopt deze op naarmate het inkomen hoger wordt.