De Eerste Kamer is onlangs akkoord gegaan met de verhoging van de aow-leeftijd. Deze verhoging wordt gefaseerd ingevoerd waarbij uiteindelijk in 2023 de aow-leeftijd op 67 jaar wordt vastgesteld. Daarnaast bevat het wetsvoorstel tal van overgangsregelingen. Hoogste tijd voor een perspectief vanuit de ondernemer, want de eerste fase treedt al op 1 januari 2013 in werking en ook u wordt geraakt door de maatregelen.
Stapsgewijs omhoog
De aow-leeftijd gaat in de loop van de jaren stapsgewijs omhoog. In 2013, 2014 en 2015 telkens met één maand. In 2016 tot en met 2018 telkens met twee maanden en vanaf 2019 telkens met drie maanden. In het jaar 2019 is de aow-leeftijd dus 66 jaar. In 2023 bereikt
u de aow-gerechtigde leeftijd bij 67 jaar. Vanaf 2024 wordt de aow-leeftijd gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting.
Overgangsmaatregelen
Naast de gefaseerde invoering kunnen mensen die in november en december 2014 65 jaar worden hun aow-partnertoeslag houden. Dit is een afwijking van de al eerder geregelde afschaffing van de aow-partnertoeslag per 1 januari 2015. Tevens komt er voor de eerste
jaren een voorschotregeling waarmee u onder voorwaarden vanaf 65 jaar een voorschot kunt krijgen op de aow.
Tip: Omdat de aow-leeftijd omhoog gaat en u daardoor later een aow-uitkering krijgt, kan het zijn dat u tijdelijk niet genoeg inkomen heeft. U kunt dan een voorschot in de vorm van een renteloze lening krijgen van de Sociale Verzekeringsbank. Zo kunt u in 2013 één maand aow lenen. Dit bedrag wordt vervolgens in zes maanden daarna afgetrokken van de aow-uitkering. De voorschotregeling loopt tot en met 2015. Meer informatie over de voorschotregeling kunt u terugvinden op http://www.svb.nl/int/nl/aow/verhoging_aow_leeftijd/index.jsp.
Pensioenrichtleeftijd
Naast verhoging van de aow-leeftijd is er nog een andere belangrijke maatregel door de Eerste Kamer aangenomen: in 2014 wordt namelijk de fiscale pensioenrichtleeftijd voor werknemerspensioenen eveneens verhoogd en wel naar 67 jaar. Ook deze pensioenrichtleeftijd
wordt net als de aow-leeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting.
Let op! De verhoging van de pensioenrichtleeftijd in 2014 geldt alleen voor de opbouw van nieuwe pensioenaanspraken en dus niet voor aanspraken opgebouwd vóór 2014.
Daarnaast wordt ook de opbouwruimte voor lijfrenten (al dan niet bancair) aangepast. Het maximumpremiepercentage voor pensioenopbouw middels lijfrenten wordt in 2014 verlaagd van 17% naar 15,5%.
Let op! Ook de maximale dotatie aan de oudedagsreserve voor ondernemers gaat in 2014 omlaag en wel van 12% naar 10,9% van de winst. Voor iedere verdere verhoging van de pensioenrichtleeftijd met een jaar wordt de maximale dotatie met 0,4% verlaagd.